Empat puluh empat
Vanmorgen mochten we 'uitslapen' want om 9.00 uur zouden Naher en Ucok ons pas weer ophalen om deze dag te vullen met nieuwe avonturen.
De eerste stop was bij de ngarai-kloof. Na eerst weer de bekende winkeltjes met souvenirs te hebben gepasseerd kwamen we aan bij de plek van bestemming. Een mooie diepe vallei, maar lang konden we niet van het uitzichtgenieten, want van alle kanten kwamen Makaken (apen) tevoorschijn, die het natuurlijk op een lekker hapje hadden voorzien. Toch maar een stapje teruggedaan want zo lief als ze er uitzien, zo agressief zijn ze als het om eten gaat.
Terug in de bus voerde Ucok ons de vallei in, langs huisjes waarvan het één van eenvoudig van bamboe was gemaakt en het ander modern van beton was gebouwd. Vaak zie je een oud vervallen huis staan en meteen daarnaast een mooi nieuw huis. Naher legt uit dat het oude vervallen huis van een moeder is en het mooie nieuwe huis daarnaast van haar schoonzoon. De gewoonte in deze streek is dat de schoonmoeder heeft beloofd dat er niemand na haar dood in haar huis mag wonen totdat het dak vanzelf naar beneden komt. Daarna mag het huis pas worden opgeruimd. Tja, ieder gebied heeft zo zijn gewoontes....
We stoppen bij een zilversmid, waar we mooie sieraden bekijken en ook nog wat kopen.
Weer terug in de bus, de leerzame verhalen van Naher aanhorend, vervolgden we onze weg naar het kratermeer Maninjau, langs de weg met de 44 ( = empat puluh empat) bochten.
Opvallend is dat de mensen hier zeer tolerant zijn in het verkeer. Geen gescheld of gebaren, maar gewoon elkaar de ruimte geven. Wil iemand je op een onmogelijk laat moment inhalen en je ziet op zeer korte afstand een tegenligger aankomen? Gewoon gas terug nemen en de inhaler zonder claxon of de bekende middelvinger op te steken in laten halen. Het wordt hem vaak zelfs makkelijk gemaakt door wat meer aan de kant te gaan rijden. Ik heb Ucok maar één keer 'tolol' (dommerd, sukkel) horen zeggen, maar verder bestuurt hij het busje door het mooie eiland Sumatra met veel respect voor mens en dier.
Boven, na bocht 44, mochten we het kratermeer aanschouwen. Het verschil met het Tobameer, ook een kratermeer, is dat dit meer een vreemde troebele kleur heeft. Naher vertelt ons dat het komt door de visfokkerij die er plaatsvindt, het is afval van voer en ontlasting van vissen. Na een lange lunch met uitzicht over het meer reden we weer langs dezelfde weg terug naar het centrum van Bukittinggi, waar we werden afgezet op een groot plein met krioelende mensen. Naher leidde ons langs overvolle marktkraampjes naar de plaatselijke dierentuin.Dieren in te kleine hokken. Olifanten achter tralies? Niet echt bijzonder, wij hebben er op gezeten! Een Orang Oetang met dreadlocks (slecht verzorgd) die met een gelaten blik een hand door de tralies steekt? Wij hebben zijn soortgenoten in het wild met de hand gevoerd. Verder niet echt indrukwekkend.
Vauit de dierentuin lopen we naar het hotel en daar eindigt het programma voor deze dag.
We zitten wat in de lobby, hopend op bereikbaarheid om de reisverslagen bij te werken. Het lukt gedeeltelijk, helaas niet helemaal naar wens. Het Internet is traag of werkt helemaal niet. Beetje bij beetje lukt het Pammy om weer wat foto's of verslagen op het reislog te zetten. Vanaf morgen zal er voor twee dagen helemaal geen Internet mogelijk zijn, we gaan nl. weer wat stapjes terug wat hotel betreft. Hopelijk horen jullie daarna weer meer van ons.
Groetjes, Patty
Reacties
Reacties
Krijgen we ook nog indische les! Mooi meegenomen.....
Weer een mooi reisverslag!!!
Ziet er wederom mooi uit, Tjeerd weer wat pondjes kwijt.
groet Henk en Yvon
wat een leuke verhalen weer. Genieten!
Groetjes en nog veel plezier.
Wat leuk om het allemaal te lezen, zo maak je het toch ook en beetje mee ;-)
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}